donderdag 1 juli 2010

Stage lagereschool

Stage lopen op de lagere school.

Vier donderdagen hebben wij stage gelopen in Apeldoorn.
Ik heb samen met Len groep 1/2 en 3 lesgegeven.

Hieronder mijn stage verslag met reflectie.

Stage dag 1.


Ochtendles.
We waren om half 9 op school. Zo hadden we nog een half uur om alles klaar te zetten.

Vandaag begonnen we met een inleiding en daarna met de opdracht 2d collage fantasiedier.

De kinderen waren meteen enthousiast.

We begonnen in een kring op de grond.

We vroegen aan de kinderen of ze huisdieren hadden. Daarna gingen we over naar fantasiedieren en wat fantasiedieren allemaal hadden. We lieten onze voorbeelden zien en daarna gingen we aan de slag.

Ze waren heel enthousiast en gingen meteen aan de slag. We hielpen ze een beetje met plakken en verder kozen ze zelf hoe het beest eruit moest zien.

Ze luisterde goed, soms moest je ze wel aansturen om nog even er op door te gaan. De spanningsboog was bij sommige kinderen wel erg kort.


Commentaar van begeleider:
Leuke opdracht, goed voorbereid. Goede inleiding, kinderen waren meteen enthousiast.

Op het einde gingen we nog even bespreken wat ze hadden gemaakt, maar dan merk je wel dat de concentratie op is.

Verder prima, genoeg spullen en materiaal.


Middag.
Deze klas was wat minder enthousiast. We begonnen de les hetzelfde als vanochtend, maar je merkt dat ze minder enthousiast werden. Toen ze eenmaal aan de slag gingen gingen ze helemaal los. Er kwamen mooie dieren uit. Ook in deze klas hadden sommige kinderen een erg kort spanningsboog. Als ze klaas waren hebben we ze naar buiten gestuurd.


Commentaar begeleider:
Inleiding was iets te kort. De kinderen iets meer prikkelen voordat ze aan de gang gaan. Opdracht is leuk dat gaat goed. Wat meer de kinderen er in meenemen.

Voor volgende les misschien een verhaal over fantasie dier, of een liedje iets meer de kinderen prikkelen.


Als we met de 3d fantasiedieren beginnen moeten we goed laten zien hoe het lichaam in elkaar zit. Dus dat een wc rol het lichaam kan zijn en dat daaraan de benen zitten en de staart enz.



Stagedag 2.
Ochtendles.
Kinderen waren iets minder enthousiast. We begonnen met een spelletje dat ze door elkaar heen moesten lopen, en als Len of ik in onze handen klapte dan moesten ze stil staan en een dier na doen. Als daarna een van ons klapte moesten ze weer door gaan met lopen en zo een paar keer door.

Hier door hoopte we de leerlingen wat meer te prikkelen.

Dit ging goed, toen we aan de slag ging waren de kinderen enthousiast. We hebben ze wel moeten helpen met het lichaam in elkaar te zetten. Tapen en met plakband iets vast maken is nog wel moeilijk voor ze. Groep 3 kan dat wel zelf maar de rest moet je echt helpen.
Er zijn echt mooie fantasiedieren uitgekomen. Het was denk ik wel lastig voor sommige kinderen, maar we hebben ze goed meegeholpen.

Zelf zat ik te denken als we nou de materialen in wat kleinere stukjes hadden gemaakt het misschien wat makkelijke was voor de kinderen om op te plakken. Zelf komen ze niet op het idee om het door midden te knippen.

De materialen bleven soms toch wel lastig plakken. Binden is toch ook nog wel lastig voor ze, misschien toch andere materialen die beter blijven plakken.

We hadden wat meer met de leerlingen moeten bespreken van wat heeft een dier, hij heeft poten en een hoofd en armen. Want veel leerlingen maakten beesten zonder benen armen hoofd etc.



Commentaar begeleider:
Goed begin, goed de kinderen geprikkeld. Goed laten voelen. Ze deden goed mee. Volgende keer misschien ook muziek erbij en wat meer ruimte zodat de kinderen nog meer kunnen voelen. Soms

was het vastmaken wel lastig. Maar met hulp ging het goed.



Middagles.
Ging nog beter. Waar we zelf tegen waren gelopen in de ochtendles hebben we aangepast voor de middag les. Zoals muziek gebruiken tijdens de opwarming. Hierdoor kwamen de leerlingen er nog sneller in. Ze werden hierdoor mee geprikkeld. Ook hadden we de materialen in wat kleinere stukjes gedaan. Zo konden ze makkelijker plakken.



Commentaar begeleider:
Gaat helemaal goed. Goede inleiding, goed de leerlingen geprikkeld. Iedereen deed goed mee, heel energiek. Ook de kleintjes deden goed mee, die moesten wel wat meer geholpen worden.

Loopt gewoon lekker en gaat goed.

Stagedag 3

De ochtend groep.
De kinderen waren heel enthousiast. Ze zagen de verf en wilde eigenlijk meteen beginnen. Ze moesten nog hun schoenen doos inleveren en een short aan. We hadden eigenlijk nog een inleiding maar omdat ze zo graag en meteen wilde beginnen hebben we de inleiding heel kort gehouden zodat ze meteen aan de slag konden.

Ze deden het echt super goed. Ze waren heel enthousiast en hadden goede ideeën. Het is interessant om te zien dat de een vlakken schildert, en de ander juist wat meer relief met stipjes en streepjes schilderde. De een met hele kleuren en de ander met allemaal verschillende kleuren en door elkaar heen.

Wat niet zo heel goed ging was de kwasten. We hadden wat verschillende maten kwasten moeten neer leggen en ze per kleur verf moeten verdelen.

Doordat ze met één kwast in de bakjes van de verschillende kleuren ging werden de kleuren een beetje gemengd. Dat leverde een mooi resultaat op. Alleen voor sommige kinderen was dat lastig omdat ze niet met een vieze kwast in een schone kleur wilde gaan.

De volgende lessen moeten we de kinderen wat meer prikkels geven. Het was ook de bedoeling om dat in het begin van de les te doen alleen omdat ze zo graag wilde beginnen hebben we dat overgeslagen. Je merkt dan wel dat ze wat prikkels hadden kunnen gebruiken.

Volgende week de laatste les gaan we uitgebreid beginnen en ze goed prikkelen om de laatste les goed af te sluiten.

Commentaar begeleider:
We zijn met een opdracht bezig en het kan zijn dat de een eerder klaar is dan de ander. We moeten dus ook altijd zorgen dat we iets extra’s voor achter de hand hebben. Het is lastig om in te schatten hoe lang een kind daar mee bezig is.

Alvast nadenken over de indeling van de tentoonstelling.

Alvast bedenken hoe we de volgende les gaan beginnen. Plannen wat we in de les gaan doen. Misschien een dierentuin verhaal. De kinderen er bij betrekken. Zijn jullie wel is in een dierentuin geweest? Hoe heette de dierentuin? Hoe zullen we de dierentuin noemen? Samen een naam verzinnen.

Ze moeten ook een naam voor hun fantasiedieren bedenken.
Er ook echt voor zorgen dat ze de laatste les echt nog wat te doen hebben.

Middag les.
De les ging goed. In het begin van de les een goede inleiding om ze te prikkelen. Dat hadden ze wel nodig om los te komen. Ging goed.


Commentaar begeleider:
Goede inleiding, goed de leerlingen geprikkeld. Je merkte ook dat ze dat echt wel nodig hadden.



Stagedag 4.
Ochtendles.
De ochtendles ging goed. De opzet was goed. We hadden een leuk dierentuin verhaal voorgelezen. Even vragen stellen van zijn jullie wel eens in een dierentuin geweest. Wat voor een dieren heb je daar gezien. De dieren hebben altijd een naambordje zodat je weet hoe de dieren heten. Jullie moet dus ook gaan nadenken over hoe jullie je dier willen noemen. Ook van wat eten de dieren hebben ze een bedje om in te slapen, en waar slapen ze dan om. Want vandaag gaan ze hun doos afmaken en hun dier daarin gingen zetten.

Maandag komen de ouders kijken en ons idee was om een grote dierentuin te maken. Zo hebben we even samen een leuke naam bedacht voor de dierentuin. Na het verhaaltje zijn we even naar buiten geweest om op het schoolplein bij de bosjes takjes en blaadjes te zoeken voor de dieren voor in hun huisje.



Commentaar begeleider:
Ging goed, goede inleiding. Goed de leerlingen geprikkeld. En de laatste les goed vol gepland zodat de leerlingen nog genoeg te doen hebben.



Tentoonstelling:
Even een briefje typen met daarop de opdracht. Zo weten de ouders wat de leerlingen hebben gedaan de afgelopen weken.



Middagles.
Leerlingen druk bezig met het afmaken van het huisje. Inleiding was zeker nodig zo hadden de leerlingen meer ideeen om het huisje af te maken. Nog goed bezig geweest met het huisje en het dier en daarna met het bord van de dierentuin.



Commentaar begeleider:
Helemaal leuk, mooi geworden en ziet er goed uit. Nog goede laatste les met alles afmaken.


Zelfreflectie



Ik vond het best spannend omdat ik nog nooit aan groep 1 en 2 les heb gegeven. Gelukkig luisterde ze goed. Ik vond het in het begin lastig om in te schatten hoe streng je moet zijn. Als ik of Len vroegen of ze even op de stoel wilde zitten deden ze dat meteen. Maar een paar lessen later waren ze aan je gewend en moesten we soms een paar keer vragen van jongens nu allemaal even op jullie plek gaan zitten en even luisteren. Ik merk wel dat Len dat soms net wat beter en strenger of duidelijk kan zeggen. Ik moet echt leren dat als ik dat zeg dat ik er zelf ook achter sta anders merken de leerlingen dat en luisteren ze niet.



Qua organisatie ging het elke les goed. We hadden netjes de lessen voorbereid en van te voren afgesproken welke materialen we gingen gebruiken en op tafel moesten zetten. Het was wel lastig om in te schatten op welk niveau de leerlingen zaten. Als we in de ochtend les wat tegen kwamen konden we dat meteen op de middag les toepassen. Ik denk dat we ons hebben vergist in hoeveel we de kinderen moeten blijven prikkelen. We hebben onze lessen tijdens de weken wel veranderd. Ik denk dat we daar juist heel veel van hebben geleerd. We hebben de inleidingen elke les veranderd en verbreed. We zijn dieper op de stof ingegaan en hebben de leerlingen en meer bij betrokken.



We hadden groep 1,2 en 3 en het verschil daarin was best groot. Groep 1 moest je echt heel veel begeleiden. Sommige konden nauwlijks plakken en knippen. Groep 3 daarin tegen kon dat wel allemaal. Daar kwamen ook verrassende werken uit. In les 4 hebben we een verhaal voorgelezen. Je merkte dat groep 1 en 2 helemaal stil was en aan het luisteren was, terwijl het voor groep 3 een beetje kinderachtig verhaaltje was en ze gewoon aan de slag wilde. Groep 1 en 2 hadden het prikkelen meer nodig dan groep 3.



Tijdens sommige lessen kwam ik zelf al wat punten tegen waarvan ik dacht van daar moeten we de volgende keer beter op letten. Bijvoorbeeld papier goed in stukjes knippen en scheuren zodat ze dat zelf niet heoven te doen. Vaak komen ze daar niet op om het te knippen en dan plakken ze gewoon grote stukken papier op wat eigenlijk niet de bedoeling was. Ook hadden we wat beter onderzoek kunnen doen naar welk materiaal makkelijk blijft plakken, ook met gewoon plaksel.

Wat wel leuk was om te zien was dat zelfs de kleintje helemaal enthousiast waren. Ze hadden super goede ideeen. Als we ze hielpen moesten we wel doen wat zei zeiden want ze wisten precies hoe ze het wilde hebben.

Wat ik ook heb geleerd is dat we de leerlingen mogelijkheden moeten aanbieden. Als je alles op tafel neerzet grijpen ze het wel waar weten soms niet wat ze dan verder moet. Bijvoorbeeld door te zeggen van de grote kwasten zijn voor grotere gedeeltes, bijv de achtergrond. En de kleine kwasten kan je gebruiken voor kleine details, zoals bloemetjes of gras.

Waar we ons ook in hadden vergist is in hoe snel ze klaar zijn. We hadden niet op gerekend dat ze soms al halvewege de les al klaar waren. Sommige hadden dan ook echt geen zin meer. We lieten ze dan nog een tekening maken of nog wat schilderen. Vaak moetsen we ze wel motiveren want dan hadden ze geen zin meer en zagen ze hoe lekker weer het buiten was en dan wilde ze liever buitenspelen dan nog een tekening maken.

We hebben ons plan van te voren uitgetypt en aan de begeleiders laten zien. Daar stond duidelijk in wat we per les wilde gaan doen. Het had misschien nog uitgebreider gekunt, maar ik denk dat hoe het nu is gegaan misschien nog wel beter is. Per les hebben we gewoon ons programma iets bijgesteld. Elke les kwamen we weer wat tegen wat we in de volgende les(sen) weer konden gebruiken. Dit hadden we nooit van te voren kunnen weten. Het is natuurlijk voor de begeleiders wat lastiger als ze niet helemaal weten wat we doen. Maar in het plan wat we van te voren hadden gegeven stond duidelijk wat we per les gingen doen. Er is alleen veel meer bijgekomen maar dat is juist mooi en daar hebben we juist heel veel van geleerd.

Ik vond het een zeer leuke stage. Heb veel geleerd en wist van te voren niet hoeveel plannen en regelen het is. Het is heel anders dan de middelbare school want je hebt het minder in de hand omdat de leerlingen minder kunnen. Ik vond het juist leuk om te zien wat er allemaal uitkwam want dat had ik nooit van te voren kunnen bedenken en dat zie je hoe creatief die kleintjes toch eigenlijk zijn.

Hier wat foto's van de tentoonstelling
 

zondag 22 november 2009

Dossier Didactiek

Dossier Didactiek
Kelly van Leeuwen
DBKV1b
Leontien Broekhuizen
Inhoudsopgave

Project portfolio:
Competenties
Persoonlijk ontwikkelingsplan
Stageplan
Reflectie op lesjes
Vakdidactiek:
Vergelijking methodes
Voorbereidingsschema 10 min lesjes
Dossier kunstonderwijs
Aantekeningen en reflectie op les

Project Portfolio

Persoonlijke reflectie op docentkwaliteiten:

Ik denk dat ik als docent veel interesse in de leerlingen kan tonen en weet wat er in hun omgaat. Veel met hun zal praten om te kijken wat er echt in hun omgaat. Ook zou ik laten merken dat ze altijd bij mij terecht kunnen. Ik denk dat ik de klas er goed bij betrek en zorg dat iedereen mee doet. Door vernieuwende lessen de geven en verschillende opdrachten hoop ik dat iedereen zo enthousiastmeren. Ik zal ook op de hoogte zijn van de interesses van de leerlingen, zodat ik daarover met hun mee kan praten. Zo laat ik zien dat ik interesse toon, en weet wat er belangrijk voor hun is. Ik denk dat ik wel een relaxed lerares wordt. Je ziet vaker bij vakken zoals tekenen, handvaardigheid en kunstgeschiedenis dat de lessen niet zo streng zijn. Ze laten je wat meer je eigen gang gaan wat ik altijd heel fijn vond. Op mijn middelbare school was dat ook zo. Ze lieten je wat meer je gang gaan waardoor je wat meer verantwoordelijkheidsgevoel kreeg en waardoor je ook beter je best ging doen. Natuurlijk werkt dit niet voor iedereen dus zou ik er toch een middenweg in moeten vinden.

Interpersoonlijk competent:

Ik denk dat bij het interpersoonlijk competent ik vooral veel zou moeten leren over hoe de leerlingen met elkaar om gaan in een groep, en of er eventueel mensen worden buitengesloten of worden gepest. Want als ik een leerling een duwtje zie geven aan een andere leerling lijkt het me moeilijk te zien of het nou als grap of als pesten is bedoeld. Zeker als je niet zo vaak in de klas bent en je de leerlingen nog niet zo goed kent. Ik denk dat het contact maken wel goed gaat en met enthousiasme les geven ook. Ik hoop dat ik goed communiceer waardoor de leerlingen de aandacht erbij kunnen houden. Luisteren kan ik denk ik goed. Ik moet wel gaan nadenken over welke vragen van de leerlingen ik wel of niet ga beantwoorden. De leerlingen kunnen je soms beladen met allemaal vragen en dan kan het soms wat te privé worden.

Pedagogisch competent:

De competentie pedagogisch lijkt me nog een hele uitdaging. Ik denk dat als ik een tijdje les geeft dat dat van zelf wel komt. Ik hoop dat ik het bij mijn oriëntatie stage tegen ga komen. Ik hoop dat ik het door heb wanneer een leerling ergens ambitie voor heeft, en ik daar ook interesse in kan tonen. Maar als ik 9 weken 1 dag in de week stage loop weet ik niet of ik dat tegen zou komen, ik sta er natuurlijk open voor als het gebeurd. De leerlingen uitdagen om vragen te stellen zou mij wel lukken als ik me op mijn gemak voel op de school. Respect heb ik altijd voor iedereen en dus ook voor mijn leerlingen.

Vakinhoudelijk en didactisch competent:

De didactische competent is echt vakinhoudelijk. Ik ben nu hier aan het studeren om goede kennis van het vak te krijgen. Zolang ik nog niet alle kennis bezit doe ik natuurlijk mijn best om wel op hoogte te zijn op mijn vakgebied en me daarover te blijven informeren. Ik zorg ook dat ik altijd voorbereid de klas in ga, en dat waar ik over ga vertellen ik voldoende informatie over beschik. Ik zou de leerlingen altijd motieveren en stimuleren.
Op school gebied ben ik altijd heel geordend. Ik zou denk ik ook altijd mijn lesje netjes op orde hebben. Daarbij zou ik het zo interessant mogelijk voor de leerlingen maken en daar dus ook audiovisuele en digitale leermiddelen bij gebruiken. Ik denk dat ik de leerlingen wel zou kunnen observeren en zien hoe zei te werk gaan en zou ze natuurlijk altijd helpen bij hun leerproces.

Organisatorisch component:

Ik denk dat ik in het organisatorisch competent heel sterk ben. Mijn werk is echt bijna altijd geordend, wat ik dus ook geordend en duidelijk zou over brengen op mijn leerlingen. Ik hou zelf van het gerichte werken en zou dit dus ook aan mijn leerlingen gerichte aanwijzingen geven. Plannen is ook iets waar ik goed in ben. Werkafspraken zou ik zeker met mijn leerlingen maken, om te zien of het goed gaat en of ze vooruit kunnen komen of juist vatlopen. Ik zou me zeker aan de regels en afspraken houden.

Competent in samenwerken met collega’s:

Competent in samenwerken is denk ik een competent dat me goed ligt. Ik kan denk ik goed overleggen, als ik informatie krijg dan zou ik daar ook wat mee doen. Als ik ergens niet uit kom dat zou ik gerust vragen aan een collega’s of leerling of hij/zij mij kan helpen. Samenwerken bijvoorbeeld voor een project vind ik altijd heel fijn dus ik denk dat dat me wel goed afgaat. Als ik afspraken maak kom ik die ook altijd na.

Competent in samenwerking met omgeving:

Ik denk dat ik vaak gesprekjes zou hebben met de ouders van de leerlingen. Het kan zijn dat er een leerling in de klas niet zo lekker in zijn vel zit en dat niet wilt zeggen. Het zou dan kunnen helpen als ik met de ouders van de leerling praat. Dan kan het al een stuk duidelijk worden, en kan ik misschien de leerling helpen. Als de school nog andere belangrijke relaties heeft met andere belanghebbenden dan zou ik dat proberen daarvan op de hoogte te zijn.

Competent reflectie en ontwikkeling:

Ik denk wel dat ik zou kunnen aangeven wat mijn sterke en zwakke punten zijn. Ik vindt het nu nog moeilijk om dat te zeggen. Maar als ik een paar keer voor de klas heb gestaan, weet ik het wel weer. Als ik feedback krijg zou ik er zeker iets mee doen. Ik hoop dat ik goed kan omgaan met onverwachte situaties. Ik ben wel iemand die zich snel aanpast aan de omstandigheden. Ik denk dat ik mijn ontwikkelingen wel zou kunnen bijhouden, dat merk je denk ik ook snel als je aan het les geven bent. Voor andere ideeën en visies sta ik altijd open.
Persoonlijk ontwikkelingsplan

Klas observeren

- Kijken hoe de leerlingen met elkaar omgaan

- Kijken hoe de lerares met de klas omgaat

- Kijken hoe de klas met de lerares om gaat

- Kijken naar het verschil in mavo, havo en vwo

Hoe ze met elkaar omgaan

Hoe ze met de lerares omgaan

Hoe ze geïnteresseerd zijn in de les

- Kijken naar de verschillende jaren

Hoe ze met elkaar omgaan

Hoe ze met de lerares omgaan

Hoe ze geïnteresseerd zijn in de les
Lessen

- Kijken naar de lesinhoud van tekenen en schilderen

- Kijken naar de lesinhoud Kunstgeschiedenis

- Zoveel mogelijke verschillende vakken bij wonen

- Kijken naar de indeling van de lessen

- Kijken hoe ze de lessen overbrengen

- De verschillende manieren van lesgeven

Lerares(sen)

- Hoe staan ze tegenover de klas

- Hoe houden ze de lessen interessant

- Hoe zitten hun lesjes in elkaar, opbouw, structuur

- Hoe gaan ze met de verschillende klassen om

Hoe gaat ze met de verschillende jaren om

Hoe gaat ze met mavo, havo en vwo

Leerlingen

- Hoe gaan de leerlingen met elkaar om

- Hoe gaan zei met de les om

- Hoe gaan ze met de lerares om

- Hoe gaan ze met stagebegeleiders om
Lesjes voorbereiden

- Kijken naar de lesinhoud van mavo, havo en vwo

- Kijken naar de jaren van de klassen en de lesinhoud

- Kijken naar de vakinhoud van de lessen

- Zorgen dat mijn lesje aansluit op de vakinhoud van de lessen.
Competenties ontwikkelen

- Ik zou graag mijn pedagogische competentie willen ontwikkelen, ik hoop dat ik de leerlingen snel wat beter leer kennen en de onderlinge verhoudingen tussen de leerlingen snel door zal hebben. Zodat ik een beetje weet hoe de klas in elkaar zit.

- Ik ga ook veel aan mijn vakinhoudelijke competentie doen, door elke week een lesje voor de bereiden ga ik mij verdiepen in de stof en ga ik mij vakinhoudelijk uitbreiden.

- En verder wil ik natuurlijk proberen om zoveel mogelijk competenties verder te ontwikkelen.
Contact

- In deze negen weken ga ik zorgen dat ik twee keer op gesprek ga met mijn SPD, bij deze gesprekken worden ook de beoordeling formulieren ingevuld. En ik ga zorgen dat één van die twee keren mijn IPD aanwijzig is. Zo zorg ik voor een optimale beoordeling.

- Na de stage zou ik ook al mijn werk naar beide begeleiders opsturen zodat ze een overzicht hebben van wat ik heb gedaan en wat ik heb geleerd.
Bijhouden

- Ik zorg dat ik alles netjes, geordend bij elkaar houd, zodat ik na deze negen weken stage mijn werk netjes kan opsturen naar mijn begeleiders.

- Na elke les ga ik de competenties na en kijk ik welke er die dag van pas zijn gekomen. Ik schrijf dan een reflecterend stuk over hoe ik die dag heb ervaren, wat ik ben tegengekomen en wat ik heb geleerd.


Stageplan

Stage school Pantarijn
Kelly van Leeuwen
DBKV1b ArtEZ
Leontien Broekhuizen

Inhoudsopgave:
Contactgegevens
Inleiding
Stageopdrachten
Competenties

Contactgegevens:

Student:
Kelly van Leeuwen
Harnjesweg 39
6706 AR Wageningen
Tel: 0317423078
Mobiel: 0613343912
Email: Kelly_van_leeuwen@hotmail.com

Stagegenoot:
Eva van den Kooi
Berkelwijk 21
3831 MN Leusden
Tel: 0034945437
Mobiel: 0645833230
Email: xx_eva2@hotmail.com

School:
ArtEZ Academie voor beeldende kunst en vormgeving
Onderlangs 9,6812 CE Arnhem
Postbus 49, 6800 AA Arnhem
Receptie: tel: 026 3535600
Onderwijsbureau: tel: 026 3535650
f. 026 3535604
artdesign.arnhem@artez.nl

Stageschool:
R.S.G. Pantarijn
Hollandseweg 11
6706 KN Wageningen
Postbus 257
6700 AG Wageningen
telefoon 0317 465855 0317 465855
telefax 0317 465898
e-mail mhvwageningen@pantarijn.nl

SPD:
Anja Rijssemus
Email: arijssemus@pantarijn.nl
Contact persoon: mevrouw A. Hendricks
Email: ahendricks@pantarijn.nl

IPD:
Bert Velthuis
Tel nr: 06-55183316
Email: bert.velthuis@tiscali.nl

Inleiding:
Ik ben Kelly van Leeuwen en zit nu in het eerste jaar van Docent Beeldende Kunst en Vormgeving aan ArtEZ. Ik ga samen met een studiegenoot negen weken stage lopen op de school Pantarijn in Wageningen. Hier heb ik ook op de Middelbare school gezeten. Ik vond het altijd een fijne school, ik ging er graag naar toe en als er problemen waren dan je kon je altijd bij een docent terecht. De leraren waren altijd heel vriendelijk. Ik ben benieuwd hoe het is om hier stage te lopen. Ik had altijd les voor tekenen en schilderen van Anja Rijssemus. Mijn docent die mij daar begeleid is Anja Rijssemus. De docent van ArtEZ die mij begeleid is Bert Velthuis.

Stageopdrachten:
Klas observeren

- Kijken hoe de leerlingen met elkaar omgaan

- Kijken hoe de lerares met de klas omgaat

- Kijken hoe de klas met de lerares om gaat

- Kijken naar het verschil in mavo, havo en vwo

Hoe ze met elkaar omgaan

Hoe ze met de lerares omgaan

Hoe ze geïnteresseerd zijn in de les

- Kijken naar de verschillende jaren

Hoe ze met elkaar omgaan

Hoe ze met de lerares omgaan

Hoe ze geïnteresseerd zijn in de les

Lessen

- Kijken naar de lesinhoud van tekenen en schilderen

- Kijken naar de lesinhoud Kunstgeschiedenis

- Zoveel mogelijke verschillende vakken bij wonen

- Kijken naar de indeling van de lessen

- Kijken hoe ze de lessen overbrengen

- De verschillende manieren van lesgeven
Lerares(sen)

- Hoe staan ze tegenover de klas

- Hoe houden ze de lessen interessant

- Hoe zitten hun lesjes in elkaar, opbouw, structuur

- Hoe gaan ze met de verschillende klassen om

Hoe gaat ze met de verschillende jaren om

Hoe gaat ze met mavo, havo en vwo
Leerlingen

- Hoe gaan de leerlingen met elkaar om

- Hoe gaan zei met de les om

- Hoe gaan ze met de lerares om

- Hoe gaan ze met stagebegeleiders om

Lesjes voorbereiden

- Kijken naar de lesinhoud van mavo, havo en vwo

- Kijken naar de jaren van de klassen en de lesinhoud

- Kijken naar de vakinhoud van de lessen

- Zorgen dat mijn lesje aansluit op de vakinhoud van de lessen.

Competenties ontwikkelen

- Ik zou graag mijn pedagogische competentie willen ontwikkelen, ik hoop dat ik de leerlingen snel wat beter leer kennen en de onderlinge verhoudingen tussen de leerlingen snel door zal hebben. Zodat ik een beetje weet hoe de klas in elkaar zit.

- Ik ga ook veel aan mijn vakinhoudelijke competentie doen, door elke week een lesje voor de bereiden ga ik mij verdiepen in de stof en ga ik mij vakinhoudelijk uitbreiden.

- En verder wil ik natuurlijk proberen om zoveel mogelijk competenties verder te ontwikkelen.

Contact

- In deze negen weken ga ik zorgen dat ik twee keer op gesprek ga met mijn SPD, bij deze gesprekken worden ook de beoordeling formulieren ingevuld. En ik ga zorgen dat één van die twee keren mijn IPD aanwijzig is. Zo zorg ik voor een optimale beoordeling.

- Na de stage zou ik ook al mijn werk naar beide begeleiders opsturen zodat ze een overzicht hebben van wat ik heb gedaan en wat ik heb geleerd.

Bijhouden

- Ik zorg dat ik alles netjes, geordend bij elkaar houd, zodat ik na deze negen weken stage mijn werk netjes kan opsturen naar mijn begeleiders.

- Na elke les ga ik de competenties na en kijk ik welke er die dag van pas zijn gekomen. Ik schrijf dan een reflecterend stuk over hoe ik die dag heb ervaren, wat ik ben tegengekomen en wat ik heb geleerd.
Interpersoonlijk competent:

Ik denk dat bij het interpersoonlijk competent ik vooral veel zou moeten leren over hoe de leerlingen met elkaar om gaan in een groep, en of er eventueel mensen worden buitengesloten of worden gepest. Want als ik een leerling een duwtje zie geven aan een andere leerling lijkt het me moeilijk te zien of het nou als grap of als pesten is bedoeld. Zeker als je niet zo vaak in de klas bent en je de leerlingen nog niet zo goed kent. Ik denk dat het contact maken wel goed gaat en met enthousiasme les geven ook. Ik hoop dat ik goed communiceer waardoor de leerlingen de aandacht erbij kunnen houden. Luisteren kan ik denk ik goed. Ik moet wel gaan nadenken over welke vragen van de leerlingen ik wel of niet ga beantwoorden. De leerlingen kunnen je soms beladen met allemaal vragen en dan kan het soms wat te privé worden.

Pedagogisch competent:

De competentie pedagogisch lijkt me nog een hele uitdaging. Ik denk dat als ik een tijdje les geeft dat dat van zelf wel komt. Ik hoop dat ik het bij mijn oriëntatie stage tegen ga komen. Ik hoop dat ik het door heb wanneer een leerling ergens ambitie voor heeft, en ik daar ook interesse in kan tonen. Maar als ik 9 weken 1 dag in de week stage loop weet ik niet of ik dat tegen zou komen, ik sta er natuurlijk open voor als het gebeurd. De leerlingen uitdagen om vragen te stellen zou mij wel lukken als ik me op mijn gemak voel op de school. Respect heb ik altijd voor iedereen en dus ook voor mijn leerlingen.

Vakinhoudelijk en didactisch competent:

De didactische competent is echt vakinhoudelijk. Ik ben nu hier aan het studeren om goede kennis van het vak te krijgen. Zolang ik nog niet alle kennis bezit doe ik natuurlijk mijn best om wel op hoogte te zijn op mijn vakgebied en me daarover te blijven informeren. Ik zorg ook dat ik altijd voorbereid de klas in ga, en dat waar ik over ga vertellen ik voldoende informatie over beschik. Ik zou de leerlingen altijd motieveren en stimuleren.

Op school gebied ben ik altijd heel geordend. Ik zou denk ik ook altijd mijn lesje netjes op orde hebben. Daarbij zou ik het zo interessant mogelijk voor de leerlingen maken en daar dus ook audiovisuele en digitale leermiddelen bij gebruiken. Ik denk dat ik de leerlingen wel zou kunnen observeren en zien hoe zei te werk gaan en zou ze natuurlijk altijd helpen bij hun leerproces.

Organisatorisch component:

Ik denk dat ik in het organisatorisch competent heel sterk ben. Mijn werk is echt bijna altijd geordend, wat ik dus ook geordend en duidelijk zou over brengen op mijn leerlingen. Ik hou zelf van het gerichte werken en zou dit dus ook aan mijn leerlingen gerichte aanwijzingen geven. Plannen is ook iets waar ik goed in ben. Werkafspraken zou ik zeker met mijn leerlingen maken, om te zien of het goed gaat en of ze vooruit kunnen komen of juist vatlopen. Ik zou me zeker aan de regels en afspraken houden.

Competent in samenwerken met collega’s:

Competent in samenwerken is denk ik een competent dat me goed ligt. Ik kan denk ik goed overleggen, als ik informatie krijg dan zou ik daar ook wat mee doen. Als ik ergens niet uit kom dat zou ik gerust vragen aan een collega’s of leerling of hij/zij mij kan helpen. Samenwerken bijvoorbeeld voor een project vind ik altijd heel fijn dus ik denk dat dat me wel goed afgaat. Als ik afspraken maak kom ik die ook altijd na.

Competent in samenwerking met omgeving:

Ik denk dat ik vaak gesprekjes zou hebben met de ouders van de leerlingen. Het kan zijn dat er een leerling in de klas niet zo lekker in zijn vel zit en dat niet wilt zeggen. Het zou dan kunnen helpen als ik met de ouders van de leerling praat. Dan kan het al een stuk duidelijk worden, en kan ik misschien de leerling helpen. Als de school nog andere belangrijke relaties heeft met andere belanghebbenden dan zou ik dat proberen daarvan op de hoogte te zijn.

Competent reflectie en ontwikkeling:

Ik denk wel dat ik zou kunnen aangeven wat mijn sterke en zwakke punten zijn. Ik vindt het nu nog moeilijk om dat te zeggen. Maar als ik een paar keer voor de klas heb gestaan, weet ik het wel weer. Als ik feedback krijg zou ik er zeker iets mee doen. Ik hoop dat ik goed kan omgaan met onverwachte situaties. Ik ben wel iemand die zich snel aanpast aan de omstandigheden. Ik denk dat ik mijn ontwikkelingen wel zou kunnen bijhouden, dat merk je denk ik ook snel als je aan het les geven bent. Voor andere ideeën en visies sta ik altijd open.

Dit is mijn reflectie over de lesjes die zijn gegeven in de klas. Wat ik goed en minder goed vond gaan, en wat ik ervan heb geleerd.

Ik vind dat er hele goede toekomstige leraressen en leraren in onze klas zitten.

De inhoud van de lesjes waren erg goed. Sommige waren zelfs van hoog niveau. Want van sommige lesjes heb ik ook echt iets geleerd waar ik zelf nog niks van af wist. De inhoud van de lesjes klopte met wat ik had onderzocht.

Wat ik ook zo goed vond van sommige was dat een leerling een slimme vraag over het onderwerp vroeg en dat de ‘lerares’ dan zo goed en duidelijk daar een antwoord op konden geven.

Er werden ook leuke voorbeelden gebruikt. En de audiovisuele middelen waren bijna bij iedereen echt goed. Veel leuke filmpjes zijn langs gekomen. En er kwamen voorbeelden langs die heel duidelijk met een afbeelding werden verstekt waardoor je meteen snapte hoe het in elkaar zat.

Wat jammer was dat sommige ‘leraressen’ de informatie en de afbeeldingen niet samen hadden gezet. Waardoor je eerst het verhaal hoorde, en dan pas de afbeeldingen zag. Wat handiger was geweest was dat je de afbeelding al ziet als de ‘lerares’ daarover verteld.

Wat vaak minder goed was was de inleiding. Sommige ‘leraressen’ vergaten te vertellen waar ze het over gingen hebben en welke punten ze gingen gespreken, waardoor je het op een gegeven moment bijna niet meer kon volgen. De meeste gaven dus geen structuur aan wat ik juist zelf heel belangrijk vindt omdat ik anders de draad kwijt raak.

Niet iedereen gebruikte de ruimte die er was. Veel bleven toch aan de zij kant van het scherm staan en liepen alleen naar het bord als ze daar wat wilde laten zien.

Maar sommige daar in tegen gingen helemaal voor de tafel staan en liepen ook echt op de leerlingen af, wat een goed interactie was en waardoor de leerlingen de aandacht erbij hielden.

De interactie tussen de ‘leraressen’ en klas was vaak er leuk. Sommige speelde zo soepel met de leerlingen waardoor het net was alsof de ‘lerares’ gewoon een leerling was. Het scheelt natuurlijk dat het je eigen klas is, want ik denk dat het moeilijker is om dat te doen op een middelbare school dan in je eigen klas.

Veel ‘leraressen’ lieten de leerlingen naar voren komen om iets op het bord aan te wijzen. Dat maakte het lesje veel speelser. Ik vond ook dat de leerlingen erg leuk mee doen. Als er een vraag wordt gesteld dan doet iedereen ook de moeite om die vraag te kunnen beantwoorden. De interactie tussen de klas en de ‘leraressen’ vond ik over het algemeen heel goed en leuk.

Veel vergaten ook om af te sluiten met een samenvatting. Ze vergaten nog even herhalen waar ze het net over hadden gehad. Zelf vind ik dat jammer want ik vind het heel fijn als aan het einde nog even kort wordt verteld wat de ‘lerares’ net heeft verteld. Zo blijft het bij mij ook beter hangen.

Ik heb hiervan geleerd wat ik zelf heel belangrijk vind bij een lesje geven. Zoals vertellen waar ik het over ga hebben, en dan een goede structuur laten zien. Ik vind ook belangrijk dat de afbeeldingen worden laten zien als ik erover vertel. En door middel van een opdracht de klas met mijn onderwerp aan de gang laten gaan. En dan tot slot de samenvatting, even kort en krachtig mijn verhaal samengevat. Wat ik ook heel leuk vond was de interactie tussen klas en ‘lerares’. Ik hoop dat het mij ook zo soepel af gaat, maar ik ga in iedere geval mijn best doen. Door middel van mijn opdrachten wil ik contact maken met de klas.

Vakdidactiek

Ziender ogen kunst

Er is een hoofdboek en werkboek. Mavo heeft minder tekst en informatie dan havo. De plaatjes zijn ook groter afgebeeld. Er zijn verschillende katernen en elke katern heeft twee thema’s. Vooraf van elke katern is er een inleidend filmpje over het onderwerp waar ze over gaan lezen. De kunstenaars zijn actueel, er is veel hedendaagse nieuwe kunst. Het werkproces staat centraal. Bij tekst zijn sommige woorden rood gemaakt, en daar kan je aan zien dat het belangrijke begrippen zijn. Aan het einde van een katern is er nog een samenvatting over wat je nou hebt geleerd.

Bij de opdrachten laten ze een leerling echt zelf denken.

Kunstactief

Er is een hoofdboek en werkboek. Heel veel informatie op een pagina. Het gaat over tekenen en handvaardigheid. Er zitten zowel opdrachten in het basis boek als in het leerboek. Werkboek vragen zien er een beetje makkelijk uit. In het leerboek zitten leuke opdrachten. Ze leggen de opdracht uit en ze laten dan zien hoe ze dat hebben gedaan, en dan mag je dat zelf gaan doen. Heel motiverend. Leerboek ziet er niet altijd overzichtelijk uit, komt omdat er wel veel plaatjes in staan. De theorie wordt vooral in de praktijk omgezet. Zit niet echt veel kunstgeschiedenis in, soms wordt er een schilderij uitgelegd maar dat meer op de manier hoe hij is gemaakt dan de geschiedenis ervan. Er zit zowel oude als moderne en nieuwe kunst in. Moderne en nieuwe kunst overheersen.

Ze laten duidelijke plaatjes zien van hoe het zou moeten zijn of wat het is of hoe het moet.

Platvorm

Er is een hoofdboek en werkboek. Niveaus vmbo, vmbo-t en havo/vwo. Havo heeft beeldendevorming (tekenen en handvaardigheid). Vragen staan handig in het leerboek en het werkboek. In het werkboek is netjes de ruimte om antwoord te geven op de vragen. Daarnaast staan er nog aparte vragen in het werkboek. Ze vragen goed om jou mening. Ze laten je naar afbeeldingen kijken en leren je te verwoorden wat je ziet. Het ziet er heel prettig en overzichtelijk uit. Aan de hand van thema’s worden verschillende onderwerpen besproken. Er komt geen kunstgeschiedenis in voor, en vooral moderne en oude kunst en een beetje nieuwe kunst. Aan het einde van een hoofdstuk zijn er veel opdrachten die gemaakt moeten worden zowel in het leerboek als in het werkboek.

Nieuw plat vorm.

Er is een hoofdboek en werkboek. Er staan alleen opdrachten in het werkboek. Je krijgt eerst een verhaal te lezen en dan kan je de vragen beantwoorden. Het ziet er heel overzichtelijk en heel duidelijk uit. Het oranje werkboek had als het aan mij gelegen had niet oranje gehoeven. Ze zetten heel duidelijk neer van bestudeer blz 57 en maak dan de vragen. Je maakt alleen vragen in het werkboek die je ook in het werkboek moet maken. Dus geen vragen van schilder een plant in je woonkamer na.

Arti Toolbox

Heb je voor materialen en technieken en tekenen en schilderen. Handig en duidelijk en leuk voor erbij. Staan hele handige materialen tips bij en over verschillende technieken hoe je die kan uitvoeren. En bij tekenen en schilderen staat ook tips en trucs over tekenen en schilderen en andere beeldende aspecten.

Arti

Bij mavo is er minder tekst en is het duidelijker neergezet met de begrippen die in het verhaal voorkomen erbij. Bij havo staan de begrippen door het verhaal heen een zijn sommige woorden rood gemaakt en daar kan je de betekenis ervan achter in het boek opzoeken.

Leuke opdrachten ook buiten het boek om. Bijvoorbeeld maak een stilleven. Voor mavo zijn de opdrachten wat makkelijker maar nog wel steeds uitdagend.

Heel fijn de beeldende aspecten die duidelijk op de pagina staan in een kolom. Daar staat in wat je nodig hebt voor de opdracht, welke begrippen je net hebt behandeld en hierbij komen kijken. Ook welke materialen of gereedschap je gaat gebruiken en wat je nog meer nodig hebt. Dit is zowel bij tekenen als bij handenarbeid.

Reflectie artikelen


Kunstzone September 2009
Docent tevens vriendin?
In dit artikel staan veel tips van hoe je het beste voor de klas kan staan. In dit artikel worden punten naar voren gebracht die heel handig zijn. Zeker voor nu omdat het verschil van leeftijd tussen ons en de leerlingen op de stage school niet zo groot zijn. In dit artikel zijn ook voorbeelden gegeven waar je rekening mee moet houden als je voor de klas staat. Het zijn kleine dingen die eigenlijk wel van zelfsprekend zijn, maar je soms kan vergeten. En dit is heel belangrijk want de leerlingen zien alles en hebben door als je onzeker bent of met iets zit. Ze kunnen je daar meteen op pakken. Het is lastig als het leeftijdsverschil niet zo groot is. Je moet dan duidelijk voor jezelf de grens aan geven van hoe ver je wilt gaan. Tegenwoordig met msn en hyves moet je uitkijken want voordat je het weet staan je leerlingen onder het kopje ‘vrienden’.
Kunstzone Oktober 2009
Adviezen
Ik vind dit niet echt een plezierig artikel om te lezen. Dit is natuurlijk een andere kant van les geven en zo zie je hoe het ook kan gaan. Niet alle klassen zijn even fijn en niet alle leerlingen luisteren goed en komen op tijd. Het is wel goed om te lezen dat de lerares niet over zich heen laat lopen. Je moet natuurlijk wel voorbereid zijn voor als dit gebeurd. Voor de leerlingen lijkt mij die les niet heel leuk. Ik hou er niet van om voor schut gezet te worden, ik hoop dus ook dat ik dat nooit hoeft te doen. Voor de lerares is dat de manier om de leerlingen te laten luisteren en te zorgen dat ze op tijd in de les komen. Het is een realistisch artikel waarvan ik soms vergeet dat dit ook een manier is en dat het op sommige scholen bij sommige klassen en leraressen zo gaat.

Nrc 12 November 2009
Onderwijs moet naar de top en ook besparen

Dit is natuurlijk een dubbele uitspraak. Ze willen het onderwijs naar de top 5 van de wereld brengen wat wel vijf miljard euro kan kosten, en tegelijkertijd zijn ze aan het bedenken hoe ze miljarden kunnen besparen op het onderwijs. Je ziet hier wel dat ze de laatste jaren al veel geld aan het onderwijs hebben besteed, maar het onderwijs is ook heel belangrijk. Het is lastig hoe ze moeten beslissen wat er nou gaat gebeuren, het is veel geld dus er moet een goed plan worden opgezet.
Kunstzone November 2009
Drama in het VMBO
Dit artikel gaat over drama voor VMBO. In dit artikel vertellen ze dat het voor VMBO beter is om het zelf te ondervinden dan dat iemand het voor hun doet. Dit is leuk om te lezen, omdat toevallig bij mijn stage school een lerares die les geeft aan MAVO 3 ook het meeste in praktijk lessen doen waarbij de leerlingen zelf moeten spelen. Zo leren ze wat losser te komen en te durven om voor de klas te staan. Door het zelf te doen en te ondervinden leren ze het beter. Wat je ook ziet is dat de leerlingen meteen meer zin in de les hebben. Ze gaan meteen aan het werk. Deze leerlingen zijn minder goed in leren, maar dat betekend niet dat ze dom zijn. Door drama gebruiken ze andere vormen van intelligentie. Dat is natuurlijk een heel fijn gevoel voor de leerlingen.
Aantekeningen en Reflectie op de lessen.

Les 1
Aantekeningen les:

Je moet voor jou je beste werk meenemen van de toelating. En wat vertellen over hoe je hier bent gekomen.

Ik had gekozen voor naakt model die ik gemaakt heb tijdens de vooropleiding. De opdracht was het naaktmodel in 3 verschillende posities na te tekenen/schilderen. Dat was bij mij heel saai geworden, zowel de compositie als de manier waarom ik had geschilderd. Toen heb ik kranten gedeeltelijk erover heen geplakt en daaroverheen ben ik weer kan tekenen en schilderen. Meestal maakt ik iets en dan ben ik er tevreden over. Bij dit werk was dat dus niet zo en ben ik erop door gaan werken, waardoor het beeld veel sterker en interessanter werd. Daar heb ik dus veel van geleerd.

Ik had een werk meegenomen die ik met de vooropleiding heb gemaakt bij Loukie. Dat was een naakt schilderij. In de eerste les moesten we een vrouw in 3 verschillende posities na tekenen en later ook schilderen. De tweede les kregen we weer een naakt model en moesten we weer 3 positie nateken en schilderen, maar van te voren moesten we met krant de ondergrond beplakken en dan daaroverheen schilderen en tekenen. Toen ik deze opdracht had gehad dacht ik ga met de eerste een beetje experimenteren en ga daarover heen gedeeltelijk krant plakken en dan weer met krijt en verf eroverheen. Dat werd dus echt super interessant. Ik vond het ook heerlijk om met al die materialen aan het werk te gaan.

Ik heb op het Pantarijn in Wageningen gezeten. Daar kreeg ik les van Anja Rijsemus en Christel Schipper. Anja Rijsemus was mijn teken en schilder lerares. Ze was altijd heel enthousiast. Ze gaf mij dan ook som individuele aandacht. Anja die zag mij altijd druk bezig en vroeg me dan wel eens om mijn proces uit te leggen. We gingen dan samen kijken wat ik had gemaakt en wat goed en minder goed eraan was.

Mijn moeder heeft allerlei creatieve cursussen gedaan en was altijd bezig met van alles en nog wat. Onbewust heb ik dat toch allemaal meegekregen. Ik kreeg ook altijd zin om mee te doen als ik haar aan het werk zag.

Ik denk dat door Anja en mijn moeder ik hier terecht ben gekomen. En dat was geheel mijn eigen keuze, maar zei hebben mij geïnspireerd.

Nadat de hele klas heeft verteld wie hun inspiratie was om hier nu te zijn en wat zijn of haar eigenschappen van docent schap waren krijg je onderstaand rijtje competenties.

Competenties:

• Gelegenheid bieden

• Blik verruimen / grenzen verleggen

• Uitdagen

• Enthousiastmeren

• Interesse (oprecht)

• Problemen helpen

• Individuele gerichtheid

• Werk bespreken

• Docent kijkt mee  geeft je nog een kans

• Talent zien in kind

• Opbouwende kritiek

Reflectie op les:

Ik vond deze les echt heel fijn. Door deze les ben ik weer heel anders naar anderen studenten gaan kijken. Door toch even kort te vertellen hoe je hier bent gekomen, komen er veel andere verhalen uit dan dat je had gedacht. Ik dacht iedereen komt net van de havo of vwo en vond tekenen en schilderen wel leuk en wil wel lesgeven. Maar nee, bij veel was het dus niet zo vanzelfsprekend om hier na toe te gaan. Veel hebben echt mensen moeten overtuigen om hier na toe te kunnen. Ik kreeg meteen een het gevoel van een groepsband. Ook omdat niemand moeilijk deed en iedereen gewoon zijn verhaal vertelde. Niemand die raar op keek als je jou verhaal vertelde. Je zag alleen maar van die knikkende gezichten. Het was natuurlijk wel spannend want we zitten pas een week bij elkaar in de klas. Wat ik toch zo knap vond was dat iedereen zich open stelde en zijn verhaal deed en dat iedereen dat respecteerde. Ik denk dat het heel handig is, want als er de aankomende weken iets gebeurd kunnen we dat misschien beter plaatsen.

Les 2

Aantekeningen les:

Slo
Cultuurnetwerk.nl
NVTO
VLBV
Kunstzone

Er zijn verschillende sites waar je veel informatie over kunst en cultuur kunt vinden en de opdracht was om die sites te gaan bekijken. Maar omdat dat heel veel is om in één keer te doen werd dat verdeeld. Ik en een paar andere klasgenoten kregen de taak om cultuurnetwerk.nl te gaan onderzoeken en kijken wat er handig en interessant was aan die site. In de les zouden we dat dan met elkaar gaan bespreken zodat we informatie konden uitwisselen over cultuurnetwerk.nl. Daarna werd je in een groepje ingedeeld waar ieder een andere site heeft onderzocht, en daar ging ieder wat over vertellen. Daardoor kwam je van alle sites te weten wat er handig en interessant aan is, waardoor als je iets moet opzoeken je beter weet op welke site je dan moet zijn.

Cultuurnetwerk.nl

- Nieuws: over kunst en cultuur

- Agenda: festivals en evenementen

- Begrippenlijst

- Vacatures: ook voor onze opleiding

- Eigen vakbond

- Bibliotheek: 25.000 titels

Slo:

- Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkelingen

- Agenda: Conferenties

NVTO

- Is voor beeldend kunst onderwijs

- Wil dat men van jongs af aan in contact komt met kunst.

- Gaat fuseren met VLBV

VLBV

- Is voor beeldend kunst onderwijs

- Gaat fuseren met NVTO

Kunstzone

- Abonnement op nemen

Dit was echt heel handig. Je bestudeerd één site en verteld er de ander klasgenootjes erover en zij vertellen over de sites die zij hebben onderzocht. Nu weet ik in één klap de hoofdpunten van de site van wat ik daar kan vinden.

Les geven

Boeken die handig zijn:

- HARDOP KIJKEN- Ad de Visser

- Effectief leren in de les- Ebbens

10 min les voor de klas

Vertellen over iets wat ik interessant zou vinden om les in te geven.

- Kleurenleer/ lijnperspectief/ compositie

- Materialen of technieken

- Orde houden

- Leren omgaan met een kind met ADHD

Het moet een onderwerp zijn waar je op stage er ook nog wat aan hebt.

Ik zit te denken om mijn lesje te houden over compositie. Daar is ook genoeg over te vertellen en ik denk dat de klas zelfs niet alle composities bij naam weet te noemen. Zo leren zij ook weer wat en is het nuttig voor mijn stage.

Je moet gebruik maken van:

- Powerpoint

- Bord


Vernieuwde Onderbouw

Leergebied Kunst&Cultuur

De vier senario’s

1. Veel blijft hetzelfde (dicht bij het bestaande)

2. Samenhang via projecten (vakken samen bijv Eng-Ned projectjes)

3. Samenhang via integratie (kleine projectjes wel in leergebieden)

4. Alles wordt anders (geen les, geen lokaal, alleen project onderwijs)

Het leergebied kunst en cultuur heeft de volgende vijf kerndoelen:
48. Zeggingskracht van kunst onderzoeken en toepassen (kunst maken, kunst kennen)

49. Eigen kunstzinnig werk presenteren (en uitleggen)

50. Leren kijken naar kunst (theater, dans, muziek, beeldende kunst)

51. Verslag doen van culturele activiteiten (verslag maken over wat je hebt gezien)

52. Reflecteren op kunst zinnig werk

Reflectie op les:

Het eerste deel van de les hebben we het over de sites gehad. Dit was heel erg handig. Ik had cultuurnetwerk onderzocht. Eerst moesten we in het groepje bij elkaar komen die de site cultuurnetwerk hadden onderzocht. We gingen met elkaar de informatie uitwisselen. Wel grappig om te zien is dat ieder weer wat anders op schrijft, dus uiteindelijk heb je best veel belangrijke punten uit die site gehaald. Daarna gingen we in de groepjes waar iedereen een andere site had. Daar gingen we om de beurt vertellen over jou site. We zaten in het computer lokaal dus we hebben zelfs kunnen laten zien waar je dat kon vinden. Dit is heel handig want je onderzoekt zelf één site, maar na de les heb je alle informatie van vijf verschillende sites.

Daarna hebben we het in de les gehad over een 10 min lesje die we in deze weken moeten gaan geven. Ik vind het wel spannend. Ik weet niet zo goed wat ik moet doen en waarover. In deze les heb ik wel bedacht waarover ik het waarschijnlijk over wil doen en dat is compositie. Dat lijkt me wel een interessant onderwerp waar genoeg over te vertellen is. Ik denk ook niet dat mijn klasgenoten alle composities kennen.

Les 3

Aantekeningen les:

Informatie over lesje geven

Je begint met een inleiding: Daar vertel je over je onderwerp en over de punten die je gaat bespreken.

Dan krijg je de kern: Waar je lesje over gaat.

En als laatste de verwerking: Je laat de klas mee doen, geeft ze een opdracht. Dan herhaal je nog even de stof die je net hebt verteld.

Herhalen: altijd de stof herhalen, zo nemen de leerlingen het beter in zich op. Soms de stof even terughalen zodat iedereen weer even aan het denken wordt gezet. Bijvoorbeeld door een vraag te stellen, weten jullie nog …? Herhalingen kunnen ook van de vorige les zijn.

Activerende didactiek

• Uitstralen dat je zeker bent

• Oogcontact maken à bij het binnen komen van de klas een handje geven, even een praatje maken.

• Bij correctie, wijzen oogcontact maken en vragen begrepen? En wachten totdat de leerling braaf ja zegt.

• Houdingen à benen naast elkaar, schouders omhoog, open gebaren, neem de ruimte.

• Variatie van stem en stem helderheid

• Tempo à niet te traag niet te snel

• Lesje à van de voren nog een keer voorlezen, oplezen voor jezelf. Evt spiekbriefje.

Inhoud

Relevantie à is het relevant voor het vakgebied

Niveau à brugklas 1,2 en 3de klas voortgezet onderwijs

Geordend à inhoud geordend, kern ordenen; ten eerste, te tweede. Het goed opbouwen.

Goed opletten dat je betrouwbare bronnen gebruikt.

Juiste bronnen:

• Hardop kijken

• Kunstbegrip à ziender oog kunst 4

• Beeldende begrippen à lambo

• Toolbox à Arti

Als ik straks les ga geven kan ik het beste van te voren afspreken dat ze hun hand moeten opsteken als ze een vraag hebben.

Klassikale zetting à effectief leren in de les

Hoe richt je je onderwijs in zodat iedereen mee doet:

• Laat de leerlingen overleggen (huiswerk, of als je een vraag stelt) zo laat je ze denken en doet iedereen mee. (check in duo’s, denken delen uitwisselen)

- Halve minuut wachten op antwoord (zodat de leerlingen de tijd hebben om na te denken)

- Zo doet iedereen mee, niemand hoeft bang te zijn want de vraag wordt algemeen gesteld.

- Als je iemand aanwijst voor antwoord, vraag dan verder in de klas of ze nog een ander antwoord weten.

- Geen namen noemen, dan voelen ze zich meer bedreigt

Visualisatie

• Alles wat je verteld schrijf je op het bord of laat je zien door middel van plaatjes of beamer

• Moeilijke woorden schrijf je op het bord

• Contact maken met de klas

• Niet naar het bord praten

• Gebaren gebruiken als je praat

Les doelen à zo concreet mogelijk de doelen weergeven/formuleren. SMART model formuleren. Bijv ik wil dat ze na de les dit weten.

(vak) didactiek à opdrachtjes geven, persoonlijke doelen

Pedagogische à leerlingen bij betrekken, persoonlijke doelen

Didactische aanpak à alles wat de leerlingen maken en doen

Methodes Onderbouw

1. Zienderogen kunst 4de druk, Malberg

2. Arti, Meulenhof

3. Platform en Kunstactief, LAMBO

Reflectie op les:

In deze les ben ik heel wat wijzer geworden. Ik wist nog niet zo goed wat het 10 minuten lesje nou inhield, maar nu weet ik het wel. Ik heb nu duidelijk meegekregen hoe de inhoud van zo’n lesje eruit moeten komen te zien. Wat de aandachtspunten zijn en hoe ik die in mijn lesje terug kan laten komen. Ik heb er nu veel meer zin in gekregen omdat ik nu weet wat me te wachten staat. Het is een uitdaging om de aandachtspunten goed in mijn lesje te verwerken. Uit eigen ervaring vind ik herhaling heel handig, zo blijft het langer bij mij hangen. Ik wil bij mijn lesje zowel de powerpoint als het bord gebruiken en daar dan mijn stof op herhalen of terug laten komen.

De les ging niet alleen over het 10 minuten lesje maar ook over het les geven in het algemeen. Hier hebben we veel tips over gekregen en ben ik ook weer heel wat wijzer van geworden. Ik had niet gedacht dat er zoveel bij kwam kijken. Over alles is nagedacht. Zelfs als je een vraag stelt aan de klas en een leerling steekt zijn vinger op, dan zou je zeggen laat de leerling het maar zeggen, en als het goed is dan is het goed. Maar nee, je moet echt door gaan met vragen en of iemand anders wat anders had. Ik had zo nooit gekeken naar lesgeven, het heeft mijn ogen wel weer geopend. De oriëntatiestage wordt een hele uitdaging.

Les 4

Aantekeningen les:

In de les heb ik goed opgelet. Ik heb goed gekeken naar hoe de lesjes werden gegeven. We hebben in de les de plus en min punten behandeld (top,tip,top), en heb hieronder de punten neergezet waar ik goed rekening mee moet houden. Zo heb ik een goed overzicht hoe ik mijn lesje goed kan voorbereiden en kan geven.

Tips over lesje geven:

• Herhaling, echt dingen herhalen als je ze net hebt uitgelegd.

• Een duidelijke inleiding waar je verteld wat je gaat behandelen en hoe je de 10min opdeelt

• Overzicht weergeven van wat je aan het vertellen bent.

• Bij vragen stellen laten overleggen, wachten op antwoord en vragen wie had dat ook of wie heeft wat anders.

• Klas bij het lesje betrekken.

• Bij wat je verteld moet je ook een duidelijk beeld laten zien.

• Aan het einde van je verhaal toch nog even de punten herhalen die je net in je lesje hebt besproken.

Reflectie op les:

In deze les werden de eerste lesjes gegeven. Dit vond ik erg goed gaan voor begin lesjes. Ik heb goed gekeken naar wat er miste en wat anders moest zodat ik dat kan verwerken in mijn lesje. Herhaling vind ik zelf altijd belangrijk dus dat ga ik zeker in mijn lesje terug laten komen. De inleiding vergaten ook veel studenten. Wat jammer is want zonder inleiding weet je niet wat je te wachten staat waardoor je beter moet nadenken als de student verteld waar hij of zij het over heeft. Wat ook belangrijk is is visualisatie. Als je iets verteld en uitlegt is het handig om dan een beeld daarbij te laten zien. Zo hoor en zie je het, waardoor je het beter onthoudt. De klas erbij betrekken is ook heel belangrijk. Veel studenten vergeten dat waardoor de andere studenten sneller afgeleid zijn en niet meer luisteren. Nou duren deze lesjes maar 10 minuten maar moet je nagaan als je een les van 30 minuten moet geven. De samenvatting op het einde vind ik zelf ook altijd heel belangrijk. Zo wordt het weer even herhaalt wat er net is verteld waardoor het beter blijft hangen.

Les 5

Aantekeningen les:

Wat te doen als de leerlingen te laat komen:

- Je vraagt wat de reden is waarom hij/zij te laat is.

Wat zeg je tegen de leerling als hij/zij te laat is:

- Briefje halen, nakomen

- Kwartier eerder melden

De vraag is natuurlijk of het nut heeft. De ene school is daar heel streng in en de andere school niet.

Stage plan

Plan maken

Voorafgaand van de stage.

Contact opnemen met de school waar je stage wilt gaan lopen. Afspraak maken met duo voorafgaand van de stage zelf.

Wat moet er in het stage plan

- Haalbare doelen

- Plan waarin je aangeeft wat je allemaal wilt leren.

Gepest, wat te doen?

- Met zijn tweeën overleggen

- Niet klassikaal

- Meteen corrigeren

- Duidelijk maken dat het kind altijd bij je terecht kan

- Overleggen collega’s  zien zij het ook?

- Niet direct ingrijpen

- Kijken of het vaker voorkomt

Echte pestkoppen:

- Pestprotecol: Hulpverlening

- Duidelijk maken wat wel en wat niet kan

- Pestkoppen tonen vaak afwijkend gedrag

- Kind dat gepest wordt moet geholpen worden, leren praten en overleggen

- Slachtoffer, cursus volgen sova (sociale vaardigheid) training. Daar krijg je rollenspel en hebben ze over wat je wilt veranderen aan je gedrag.

- Je moet weten wie de mentor van de leerling is en wie de zorgcoördinator is.

STAGEPLAN

1. Inleiding: Formele gegevens, je klas, studie jaar, stage naam school/docent, naam docent ArtEZ, telefoon nummer, email.

2. Beschrijving stage opdracht: - Lesgeven

- Meelopen met de klas

- Assisteren klas

Alle competenties nalopen  zie stage gids.

Na de stage heb je niveau 1 gehaald, afvragen wat kan ik, wat moet ik?

Dan heb je de competenties die je wilt gaan ontwikkelen, die moet je uitschijven. Dat moet in het stageplan. Puntsgewijs. Beschrijf het in je eigen woorden, alle competenties

3. Als je stage loopt moet je tussentijdse reflectie maken.

Evalueren: - Gesprekken met de begeleider, tijdens de stage (probeer in het midden van de stage)

- Als je klaar bent, dus na afloop van de stage

- Einde van de dag even opschrijven in logboek hoe het is gegaan, gebruik dan alle competenties.

Evaluatie 2 keer: In het midden van de stage, en na de stage. Dit moet je zelf regelen dus je moet de stagebegeleider zelf uitnodigen.

Je moet voor dat gesprek zelf invullen een formulier op blz 28 van de stagebrochure dat is het zelfevaluatie formulier. En je moet je stagebegeleider ook zo’n formulier laten invullen. Dit moet zowel tussentijds als na de stage. Je kunt de formulieren vinden op digitaal bureau extern.

Dus in de gaten houden een afspraak maken voor een gesprek. Jij moet een formulier invullen en de stagebegeleider. En je moet proberen dat 1 van de 2 keer de mentor van ArtEZ erbij kan zijn.

Logboek + evaluatie stuur je ook naar de mentor van ArtEZ.

Ordner: alles spullen van de stage daarin stoppen en alles verzamelen.

4. Hoe heb je het ervaren, wat vond je er van, wat zou je de volgende keer beter of anders doen. Richtlijnen (stuurt noor).

Ik heb nu een duidelijk overzicht van wat er in het stage plan moet komen te staan. Dit is heel handig want dan kan ik alvast gaan nadenken over mij doelen die ik wil bereiken tijdens mijn oriëntatiestage.

Ziende ogenkunst  Malmberg.

Verschillende katernen. Elke katern heeft twee thema’s.

Mavo heeft minder tekst, minder informatie en grotere plaatjes dan Havo.

Vooraf van een katern is er een inleidend filmpje over het onderwerk waar ze over gaan lezen.

De kunstenaars zijn actueel, hedendaagse kunst, kunstboeken en opdracht boeken.

Werkproces staat centraal, rode begrippen = de kennis (die komen als samenvatting weer terug), begin impuls filmpje over de inhoud, herkenning.

Samenvatting, wat heb je geleerd.

Bij opdrachten moet je ze zelf laten verzinnen. Dus als de opdracht een vaas tekenen is, moet je niet 7 voorbeelden laten zien en zeggen kies er maar 1 uit, nee je laat ze wat voorbeelden zien als inspiratie en laat ze zelf een vaas bedenken.

Inhoud die verbeeld moet worden.

Afvragen is ziender ogen kunst wel goed? Hoezo proces? Moet er niet meer beeldend in?

Reflectie op les:

In deze les hebben we het vooral gehad over het stage plan. Ik wist niet zo goed wat daar allemaal in moest komen te staan, maar dat is deze les wel weer duidelijk geworden. Ik moet nu goed gaan nadenken over wat mijn leerdoelen worden tijdens de stage.

We hebben het in het begin van de les nog even over wat te doen als leerlingen elkaar pesten. Pesten is natuurlijk een heel vervelend. Het is alleen moeilijk als je net nieuw in een klas komt om dan al te zien of iemand wordt gepest, of dat het gewoon een duwtje voor de grap was. Wat ik wel weer een heel fijn gevoel vond was dat er een paar studenten uit onze klas vroeger gepest zijn en dat ze daar openlijk over vertelde. En dat ze zich daar niet voor schamen. Ook dat ze dus zijn geholpen om voor zichzelf op te komen wat natuurlijk heel belangrijk is.

Wat erg was om te horen was dat sommige leraren het wel zien maar er niks aan doen, dus het eigenlijk niet willen zien. Het lijkt me logisch dat je er wat aan doet als je ziet dat een leerling wordt gepest. Hierdoor leer ik wel weer dat het belangrijk is dat ik weet wat er in de leerlingen om gaat. Zo kan ik ook zien wie er niet lekker in zijn vel zit, en dat kan dus komen als je wordt gepest. Het is natuurlijk wel lastig om zo vertrouwen van een leerling te winnen, maar dat is juist de uitdaging en hoort erbij want je wilt toch dat de leerling zich veilig voelt op school.

Les 6

Aantekeningen les:

Vandaag zijn er weer een paar lesjes gegeven. Ik heb natuurlijk weer goed opgelet en ideeën op gedaan voor mijn eigen lesje.

Deze week waren de openingen van de lesjes heel spectaculair. Het waren allemaal verschillende openingen zoals een filmpje en een student die op een stoel stond en in het Duits praatte.

Alle studenten waren ook weer heel enthousiast en je merkt dat het steeds wat losser wordt. De ruimte werd ook steeds beter benut.

Over de opening ben ik nog niet echt uit, maar heb al weer een hele leuke opdracht bedacht.

Mijn onderwerp is compositie en ik denk dat ik er 4 ga uitleggen.

Het is ook leuk om iets mee te nemen om te laten zien, de klas bij de opdracht te betrekken, het bord en de powerpoint gebruiken.

Reflectie op les:

In deze les zijn weer wat lesjes gegeven. Ik heb weer allemaal ideeën opgedaan voor mijn eigen lesje. Wat me opviel was dat de openingen deze week heel spectaculair waren. Iedereen komt wat losser en maakt echt gebruikt van de klas. Het is leuk om te zien hoe de studenten met de klas spelen. Het is leuk om te zien dat elk lesje weer anders wordt gegeven. Ieder doet zijn ding en het is allemaal zo enthousiast. Ik heb deze les met Leontien besproken dat ik drie composities uitzoek en het daar over ga hebben.

Les 7

Aantekeningen les:

We hebben weer een paar lesjes gehad.

Ik vond dat de lesjes er goed waren gegeven. Twee klasgenoten hadden een lesje over een onderwerp wat hun echt ligt en dan zie je dat ze het dan nog beter kunnen overbrengen. Hun enthousiasme was erg aanwezig.

Er was een lesje met een hele leuke opdracht, alleen duurde die opdracht iets te lang.

Reflectie op les:

Wat ik mooi vond om te zien was dat een paar studenten het over een onderwerp gingen hebben waar ze helemaal in thuis waren. Je merkte dat ook in het vertellen, ze weten er echt iets vanaf en weten dat ook goed over te brengen. Je ziet dat ze dan met zo veel enthousiasme vertellen, en dat komt dan ook helemaal over op ons. Ik merk nu wel dat je veel zekerder voor de klas staat als je het ergens over gaat hebben waar je alles over weet. Je moet de stof echt eigenen wil je het goed over laten komen en er 100% zeker van wilt zijn.

Les 8

Aantekeningen les:

In heb in deze les mijn lesje gegeven. Ik was niet heel erg zenuwachtig. Het ging voor mijn gevoel wel goed. Ik was soms een beetje mijn tekst kwijt en moest daardoor op mijn blaadje kijken. Ik denk dat ik het wel zonder mijn blaadje had gekund, maar als eerste lesje wilde ik hem toch voor de zekerheid erbij houden.

Dit waren mijn tips:

Stem wordt aan het einde van een zin wat zachter.

Vragen zelfverzekerder stellen, dus niet aarzelend.

Niet van het blaadje lezen, je kan zonder.

Dieper op de stof in gaan, ook de afbeeldingen erbij betrekken.

Niet te snel praten.

De tijd nemen voor de opdrachten.

Dit waren mijn tops:

Goed de klas erbij betrokken.

Stemgebruik was goed.

Duidelijke informatie en een duidelijke powerpoint.

Reflectie op les:

Ik ben het met de tips eens. Omdat ik soms aan het einde van de zin omhoog ga in plaats van omlaag praat ik aan het einde van de zin wat zachter zodat dat niet opvalt. Ook over de vragen stellen ben ik het eens. Ik vroeg bijvoorbeeld willen drie vrijwilligers naar voren komen, maar dat vroeg ik dan te aarzelend waardoor de studenten ook niet echt reageerde. Omdat het mijn eerste lesje was wilde ik toch graag mijn blaadje erbij houden. Ik had denk ik wel zonder gekund, maar had het blaadje voor de veiligheid toch maar vast. Ook moet ik de volgende keer meer tijd nemen voor de opdrachten. Ik vond zelf mijn opdrachten goed bedacht, maar omdat ik ze zo snel behandelde werd het een beetje afgeraffeld. Ik had ook wat dieper op de stof in moeten gaan, en ook de afbeeldingen erbij moeten gebruiken. Verder ben ik wel tevreden over hoe het ging. De klas geageerde goed. Ik heb mijn verhaal kunnen doen, en volgens mij is dat ook goed overgekomen. Ik vond zelf mijn powerpoint ook erg duidelijk, dat komt ook omdat ik zelf herhaling heel belangrijk vindt.

Les 8 Didactiek

In heb in deze les mijn lesje gegeven. Ik was niet heel erg zenuwachtig. Het ging voor mijn gevoel wel goed. Ik was soms een beetje mijn tekst kwijt en moest daardoor op mijn blaadje kijken. Ik denk dat ik het wel zonder mijn blaadje had gekund, maar als eerste lesje wilde ik hem toch voor de zekerheid erbij houden.


Dit waren mijn tips:

Stem wordt aan het einde van een zin wat zachter.

Vragen zelfverzekerder stellen, dus niet aarzelend.

Niet van het blaadje lezen, je kan zonder.

Dieper op de stof in gaan, ook de afbeeldingen erbij betrekken.

Niet te snel praten.

De tijd nemen voor de opdrachten.

Dit waren mijn tops:

Goed de klas erbij betrokken.

Stemgebruik was goed.

Duidelijke informatie en een duidelijke powerpoint.


Ik ben het met de tips eens. Omdat ik soms aan het einde van de zin omhoog ga in plaats van omlaag praat ik aan het einde van de zin wat zachter zodat dat niet opvalt. Ook over de vragen stellen ben ik het eens. Ik vroeg bijvoorbeeld willen drie vrijwilligers naar voren komen, maar dat vroeg ik dan te aarzelend waardoor de studenten ook niet echt reageerde. Omdat het mijn eerste lesje was wilde ik toch graag mijn blaadje erbij houden. Ik had denk ik wel zonder gekund, maar had het blaadje voor de veiligheid toch maar vast. Ook moet ik de volgende keer meer tijd nemen voor de opdrachten. Ik vond zelf mijn opdrachten goed bedacht, maar omdat ik ze zo snel behandelde werd het een beetje afgeraffeld. Ik had ook wat dieper op de stof in moeten gaan, en ook de afbeeldingen erbij moeten gebruiken. Verder ben ik wel tevreden over hoe het ging. De klas geageerde goed. Ik heb mijn verhaal kunnen doen, en volgens mij is dat ook goed overgekomen. Ik vond zelf mijn powerpoint ook erg duidelijk, dat komt ook omdat ik zelf herhaling heel belangrijk vindt.

Les 7 Didactiek

We hebben weer een paar lesjes gehad.
Ik vond dat de lesjes er goed waren gegeven. Twee klasgenoten hadden een lesje over een onderwerp wat hun echt ligt en dan zie je dat ze het dan nog beter kunnen overbrengen. Hun enthousiasme was erg aanwezig.

Wat ik mooi vond om te zien was dat een paar studenten het over een onderwerp gingen hebben waar ze helemaal in thuis waren. Je merkte dat ook in het vertellen, ze weten er echt iets vanaf en weten dat ook goed over te brengen. Je ziet dat ze dan met zo veel enthousiasme vertellen, en dat komt dan ook helemaal over op ons. Ik merk nu wel dat je veel zekerder voor de klas staat als je het ergens over gaat hebben waar je alles over weet. Je moet de stof echt eigenen wil je het goed over laten komen en er 100% zeker van wilt zijn.

woensdag 4 november 2009

Les 6 Didactiek

Vandaag zijn er weer een paar lesjes gegeven.

Ik ben weer op ideeën gekomen voor mijn lesjes.

Deze week waren de openingen van de lesjes heel spectaculair. Het waren allemaal verschillende openingen zoals een filmpje en een inleiding op een stoel staand.

Ze waren allemaal ook weer heel enthousiast en je merkt dat het steeds wat losser wordt. De ruimte werd ook steeds beter benut.

Over de opening ben ik nog niet echt uit, maar heb al weer een hele leuke opdracht bedacht.

Mijn onderwerp is compositie en ik denk dat ik er 4 ga uitleggen.

Het is ook leuk om iets mee te nemen om te laten zien, de klas bij de opdracht te betrekken, het bord en de powerpoint gebruiken.

les 5 Didactiek

Wat te doen als de leerlingen te laat komen:
- Je vraagt wat de reden is waarom hij/zij te laat is.

Wat zeg je tegen de leerling als hij/zij te laat is:

- Briefje halen, nakomen

- Kwartier eerder melden

De vraag is natuurlijk of het nut heeft. De ene school is daar heel streng in en de andere school niet.

Stage plan

Plan maken

Voorafgaand van de stage.

Contact opnemen met de school waar je stage wilt gaan lopen. Afspraak maken met duo voorafgaand van de stage zelf.

Wat moet er in het stage plan

- Haalbare doelen

- Plan waarin je aangeeft wat je allemaal wilt leren.

Gepest, wat te doen?

- Met zijn tweeën overleggen

- Niet klassikaal

- Meteen corrigeren

- Duidelijk maken dat het kind altijd bij je terecht kan

- Overleggen collega’s  zien zij het ook?

- Niet direct ingrijpen

- Kijken of het vaker voorkomt

Echte pestkoppen:

- Pestprotecol: Hulpverlening

- Duidelijk maken wat wel en wat niet kan

- Pestkoppen tonen vaak afwijkend gedrag

- Kind dat gepest wordt moet geholpen worden, leren praten en overleggen

- Slachtoffer, cursus volgen sova (sociale vaardigheid) training. Daar krijg je rollenspel en hebben ze over wat je wilt veranderen aan je gedrag.

- Je moet weten wie de mentor van de leerling is en wie de zorgcoördinator is.

STAGEPLAN

1. Inleiding: Formele gegevens, je klas, studie jaar, stage naam school/docent, naam docent ArtEZ, telefoon nummer, email.

2. Beschrijving stage opdracht: - Lesgeven

- Meelopen met de klas

- Assisteren klas

Alle competenties nalopen  zie stage gids.

Na de stage heb je niveau 1 gehaald, afvragen wat kan ik, wat moet ik?

Dan heb je de competenties die je wilt gaan ontwikkelen, die moet je uitschijven. Dat moet in het stageplan. Puntsgewijs. Beschrijf het in je eigen woorden, alle competenties

3. Als je stage loopt moet je tussentijdse reflectie maken.

Evalueren: - Gesprekken met de begeleider, tijdens de stage (probeer in het midden van de stage)

- Als je klaar bent, dus na afloop van de stage

- Einde van de dag even opschrijven in logboek hoe het is gegaan, gebruik dan alle competenties.

Evaluatie 2 keer: In het midden van de stage, en na de stage. Dit moet je zelf regelen dus je moet de stagebegeleider zelf uitnodigen.

Je moet voor dat gesprek zelf invullen een formulier op blz 28 van de stagebrochure dat is het zelfevaluatie formulier. En je moet je stagebegeleider ook zo’n formulier laten invullen. Dit moet zowel tussentijds als na de stage. Je kunt de formulieren vinden op digitaal bureau extern.

Dus in de gaten houden een afspraak maken voor een gesprek. Jij moet een formulier invullen en de stagebegeleider. En je moet proberen dat 1 van de 2 keer de mentor van ArtEZ erbij kan zijn.

Logboek + evaluatie stuur je ook naar de mentor van ArtEZ.

Ordner: alles spullen van de stage daarin stoppen en alles verzamelen.

4. Hoe heb je het ervaren, wat vond je er van, wat zou je de volgende keer beter of anders doen. Richtlijnen (stuurt noor).

Ik heb nu een duidelijk overzicht van wat er in het stage plan moet komen te staan. Dit is heel handig want dan kan ik alvast gaan nadenken over mij doelen die ik wil bereiken tijdens mijn oriëntatiestage.

Ziende ogenkunst  Malmberg.

Verschillende katernen. Elke katern heeft twee thema’s.

Mavo heeft minder tekst, minder informatie en grotere plaatjes dan Havo.

Vooraf van een katern is er een inleidend filmpje over het onderwerk waar ze over gaan lezen.

De kunstenaars zijn actueel, hedendaagse kunst, kunstboeken en opdracht boeken.

Werkproces staat centraal, rode begrippen = de kennis (die komen als samenvatting weer terug), begin impuls filmpje over de inhoud, herkenning.

Samenvatting, wat heb je geleerd.

Bij opdrachten moet je ze zelf laten verzinnen. Dus als de opdracht een vaas tekenen is, moet je niet 7 voorbeelden laten zien en zeggen kies er maar 1 uit, nee je laat ze wat voorbeelden zien als inspiratie en laat ze zelf een vaas bedenken.

Inhoud die verbeeld moet worden.

Afvragen is ziender ogen kunst wel goed? Hoezo proces? Moet er niet meer beeldend in?

Les 4 Didactiek

In de les heb ik goed opgelet. Ik heb goed gekeken naar hoe de lesjes werden gegeven. We hebben in de les de plus en min punten behandeld (top,tip,top), en heb hieronder de punten neergezet waar ik goed rekening mee moet houden. Zo heb ik een goed overzicht hoe ik mijn lesje goed kan voorbereiden en kan geven.

Tips over lesje geven:

• Herhaling, echt dingen herhalen als je ze net hebt uitgelegd.

• Een duidelijke inleiding waar je verteld wat je gaat behandelen en hoe je de 10min opdeelt

• Overzicht weergeven van wat je aan het vertellen bent.

• Bij vragen stellen laten overleggen, wachten op antwoord en vragen wie had dat ook of wie heeft wat anders.

• Klas bij het lesje betrekken.

• Bij wat je verteld moet je ook een duidelijk beeld laten zien.

• Aan het einde van je verhaal toch nog even de punten herhalen die je net in je lesje hebt besproken.