woensdag 4 november 2009

Les 3 Didactiek

Informatie over lesje geven
Je begint met een inleiding: Daar vertel je over je onderwerp en over de punten die je gaat bespreken.

Dan krijg je de kern: Waar je lesje over gaat.

En als laatste de verwerking: Je laat de klas mee doen, geeft ze een opdracht. Dan herhaal je nog even de stof die je net hebt verteld.

Herhalen: altijd de stof herhalen, zo nemen de leerlingen het beter in zich op. Soms de stof even terughalen zodat iedereen weer even aan het denken wordt gezet. Bijvoorbeeld door een vraag te stellen, weten jullie nog …? Herhalingen kunnen ook van de vorige les zijn.

Activerende didactiek

• Uitstralen dat je zeker bent

• Oogcontact maken  bij het binnen komen van de klas een handje geven, even een praatje maken.

• Bij correctie, wijzen oogcontact maken en vragen begrepen? En wachten totdat de leerling braaf ja zegt.

• Houdingen  benen naast elkaar, schouders omhoog, open gebaren, neem de ruimte.

• Variatie van stem en stem helderheid

• Tempo  niet te traag niet te snel

• Lesje  van de voren nog een keer voorlezen, oplezen voor jezelf. Evt spiekbriefje.

Inhoud

Relevantie  is het relevant voor het vakgebied

Niveau  brugklas 1,2 en 3de klas voortgezetonderwijs

Geordend  inhoud geordend, kern ordenen; ten eerste, te tweede. Het goed opbouwen.

Goed opletten dat je betrouwbare bronnen gebruikt.

Juiste bronnen:

• Hardop kijken

• Kunstbegrip  ziender oog kunst 4

• Beeldende begrippen  lambo

• Toolbox  Arti

Als ik straks les ga geven kan ik het beste van te voren afspreken dat ze hun hand moeten opsteken als ze een vraag hebben.

Klassikale zetting  effectief leren in de les

Hoe richt je je onderwijs in zodat iedereen mee doet:
• Laat de leerlingen overleggen (huiswerk, of als je een vraag stelt) zo laat je ze denken en doet iedereen mee. (check in duo’s, denken delen uitwisselen)

- Halve minuut wachten op antwoord (zodat de leerlingen de tijd hebben om na te denken)

- Zo doet iedereen mee, niemand hoeft bang te zijn want de vraag wordt algemeen gesteld.

- Als je iemand aanwijst voor antwoord, vraag dan verder in de klas of ze nog een ander antwoord weten.

- Geen namen noemen, dan voelen ze zich meer bedreigt
Visualisatie

• Alles wat je verteld schrijf je op het bord of laat je zien door middel van plaatjes of beamer

• Moeilijke woorden schrijf je op het bord

• Contact maken met de klas

• Niet naar het bord praten

• Gebaren gebruiken als je praat

Les doelen  zo concreet mogelijk de doelen weergeven/formuleren. SMART model formuleren. Bijv ik wil dat ze na de les dit weten.

(vak) didactiek  opdradcchtjes geven, persoonlijke doelen

Pedagogische  leerlingen bij betrekken, persoonlijke doelen

Didactische aanpak  alles wat de leerlingen maken en doen

Methodes Onderbouw

1. Zienderogen kunst 4de druk, Malberg

2. Arti, Meulenhof

3. Platform en Kunstactief, LAMBO

In deze les heb ik goed meegekregen hoe de inhoud van een lesje eruit moet zien. Ik ga proberen alle aandachtspunten terug te laten komen in mijn lesje. Hier door ben ik wel wat zekerder geworden omdat ik nu allemaal tips heb gekregen hoe ik het beste mijn lesje kan voorbereiden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten